‘llIt-lllllllim w)»§~/>>§ » Wer plaatsboek C3106 C3103 C3118 C3206 C3208 C3218 J (in Honda c 310 s on C 320 5 (3H _ 321) / I .‘Innda C 310 S Honda 5 120 s (321) _' I I I ,l 2 / Honda c 310 5 en 0 320 s (311 - 321) Techn. Geg, TECHNISCHE GEGEVENS Motor: ééncylinder, viertaec—, luchtgekoelde kopklepmotor Borinz: ho mm Slag: 39 mm Compressieverhouding 8.5 / I Cylinderinhoud: h9 cc Maximum vermo en ko e1 h.5 pk bu 9500 t/min. Ontstekingstfdstig: vast op 35° v66r b.d.p. Beschriving Boring Breedte klepzitting Dikte van cylinderkoppakking Diameter zuigerkop Naxlmum diameter zulgerIlchaam Maximum speling tussen zuiger en cylinderwand Vervangingszuigerfizelfde tole— ranties als Voor originele zui- gers) Diameter zuigerpen Diepte bovenste groef (chroom- veer) Breedte van de groef Speling Conische zuigerveer Diepte van de olieschraapveer groef Breedte Opening zuigerveerslot Speling van de zuigerpen in de zuiger Diameter van het kleine drijf- stangoog Speling van de zuigerpen in het drufstangoog Axiale speling tussen drufstang- lager en krukwang Uitlaacklep: Totale lengte Klepsteeldiameter Afmeting Renaratie b0.00—Q0,01 mm h0.1 mm 1 mm 2 mm 0.5-0.5 mm 39.63-39-65 mm 39.98-A0,oo mm 0.01—0.03 mm Diameter originele zuigers 0.25 mm 0.50 mm 0.75 mm 1.00 mm 13.00—13.006 mm 0 ++ o l.8-2.0 mm 1.h30-1.h95 mm 0.080—0.25 mm 0.1 mm max‘ zelfde afmetingen als de bovenste veer 1.8-2.0 mm 2.h80_2.h95 mm 0.080—0.25 mm 0.1 mm max. 0.006 mm 0.05 mm 13.0!5-13,0hj mm n.016-0.oh9 mm 0.08 mm 0.1—0.35 mm 0.06 mu 60.6—60.8 mm 5.“35-5.““5 mm 5.ho mm Honda c 310 5 en 0 320 s (311 _ 321) Techn. Geg. / 3 Beschr in; Dikte van de klepkop Inlaatklep: Totals lengte Klepsteeldiameter Dikte van de klepkop Speling uitlaatklepsteel in ge- leider Speling inlaatklepsteel in ge— leidet Lengte buitenste klepveer Lengte binnenste klepveer Spanning van de buitenste klep- veer Klepstootstanglengte: Inlaat Uitlaat .‘laximale radiale uitwiJking Contactpunt en onening KleEspeling in- en uitlaat Eougie Electrodenafstand Afstellinz Van de carburateur: Hoofdsproeier Stationaire sproeier Naaldsproeier Gasschuif Naaldstand Luchtregelschroef Voorontstekinz Transmissieverhoudingen: Ie versnelling 2e versnelling 32 versnelling Inhoud oliecarter Inhoud benzinetank Bandenmaa t Bandensganninz: met duo passagier achter KoElamE .\chtel‘licht Atmetinz Regara 0 . 07 mm 61.1-61.3 nun 5.h65-5.h75 mm 5.103 mm 0.5 mm 0.06-0.08 mm 0.10 mm 0.03—0.05 mm 0.10 mm 23.h mm 27.8 mm Hoogtc: 23.5 mm 27.0 mm Hoogtez 25.6 mm 26.9 mm 26.0 mm Hoogte: 21.5 mm 187.4 mm 170.5 mm II.973-11.08b mm 11.9h mm 0.35 mm (0.30—0.b0 mm) 0.05 mm b” koude motor type X.B.K. c7Hw, 10 x 12.7 mm 0.6 mm 65 35 100 20 no. 3 1 en % 25° 3.562 x I 2.042 : 1 1.1000 x 1 min. 0.6 1. max. 0.8 l. h / Honda c 310 5 en c 320 s (311 — 32!) Werkplaatsinstructies VERKPLMTS INSTRUCTIES Motor “it het frame nemen - b enzinekraan sluit en - beenschild afnemen (310 s) — bevestigingsbouten van de uit- last (10 mm) en de knaldemper (In mm) verwuderen _ koppelingakabel (1o-1h mm) 105- maken bfi de hefboom op het carter — kabel van achterrem losmaken bu het mechanisms, dat zich op de trapas bevindt - linkercarterdeksel afnemen - sluitschakel Van achterketting losmaken en ketting verwfideren het linkercarterdeksel beschermt de ontstekingsinstallatie tegen stof en water —- af'b. I - de veer Van de standaard, a15— mede de bevestigingsbouten (1h mm van de motor verwfideren - de motor uit het frame nemen - de electrische kabels losrnaken — cfrclips verwuaeren en de be— dieningskabels van het schakel- segment nemen — afb. 2 Motar in het frame zetten — dit geschiedt in omgekeerde Volg— orde — bfi het sluiten Van de ketting zorgen, dat het Veertje met de dichte kant in de rijrichting komt - afb. 3 Afbeelding 1. Linkercarterdeksel Afbeelding 2. l. Circlips Illllllllll|11///2 lfillllIlllllllllI —.¢ %:v Afbeelding 3. 1. Borgveer voor de sluic— schakel 2. Sluitschakel Honda c 310 5 en 0 320 s (3“ - 321) Herkplaatsinstructies /5 Constructie van de cylinderkcg en cylinder De cylinderkop met compressie- ruimte werden speciaal ontworpen om hat gasmengsel de juiste wer- velingen te geven en hiermee de verbranding de Juiste snelheid te seven. Dit vethoogt het rendement en houdt het brandstofverbruik 183g. De motor is van het kopkleptype met de inlaatklep aan de haven- zijde en de uitlaatklep aan de onderzijde van de cylinderkop. Deze kopklepmotor levert een hoog koppel bfi 1aag toerental en ge- ring benzineverbruik bid hoge toerentallen. De moton is in he: frame geplaacsc met de cylinder- kop na r voren, met een helling van 1o , wat een goede koeling van de motor waarborgt. De cylinder evenals de cylinder- kop zijn uit speciaal gietijzer vervaardigd. Dit gietfizer onder- gaat een warmte-behandeling ten— einde de stabiliteit te Vergroten 0m een goede koeling te verkrfi- gen werd de cylinder voorzien van koelribhen met grate apper- vlaktcn die de koeling van de wanden van de cylinder bevorderen De cylinder is voorzien van een tunnel voor de stootstangen Van de tuimelaars en een oliekanaal. 0m een goede dichting te ver— krugen wordt een pakking aan- gebracht tussen de cylinder en het carter. Afnemen van het tuimelaarhuis, de cylinderkog en de cxlinder. - maak de vier (IO mm) bouten 105 die het tuimelaarhuis be- vestigen en veerder deze van de cylinderkop - tussen huis en kop is een pak- king aangebracht - verwfider de stoterstangen, de uitlaatstootstang is de kortste van de twee — maak de Vier cylinderkopbouten los en neem de cylinderkop veg (apnerren) - tussen cylinderkop en cylinder bevindt zich een koperen kop— pakking - de tunnel van de stootstangen en de olieafloop wordt door twee "o" ringen en één rubber- ring argedicht _ de cylinder kan than; van nee career warden afgenomen N.B. als het verwuderen van cy- linderkop en cylinder moeiluk gaet door kleven van de pakking kan gebruik warden gemaakt van een kunathars of rubber hamer (zeer voorzichtig) Demonteren van de zuiget _ de zuigerpen word: door twee batgveren (circlips) op zijn plaats gehouden gcbruik een speciale tang met lange bek om deze beide cir— clips te verwuderen en dnw dan de zuigerpen lichtjes uit de zuiger — de zuigerkop draagt een merk- taken in de vorm van een p e bfi de montage dient ervaar ge— zorgd te warden dat deze pfil naar beneden wUst wanneer de mater zich in normale positie bevindt — verwfider de zuigerveren (twee compressie- en één olieschraap— veer - de bovenste veer is een chroom— legering-type en draagt het woord "top" op de zfide die naar boven gericht moet zun - de tweede ring is conisch en 15 met "t" gemerkt, terwfil in de derde groef een olieschraap— veer met gleuven gemontcerd wordt, eveneens gemerkt met "t" Afbeelding h. Cylinder en Cylinderkop 6 / Honda c 310 5 en 0 320 s (3H Uitnemen van de kleggen _ gebruik een kleppentang om de klepveren samen ee drukken en verwiider de twee conische spie— tjes an de veerschotels Uitnemen Van de klegtuimelaars - verwijder de twee (11» mm) bouten van de tuimelaars — tuimelaarassen uitnelllen door met een pen tegen de as te duwen _ de zudeungse speling word: gecompenseerd door een kleine veer die tussen de tuimelaar en het tuimelaarhuis geplaatst is Werkzaamheden aan de cxlinderkog — gebruik esn kleppentang om de klepveren samen te drukken en ' er de klepspietjes - verwnder de koolaanslag in de kop en op de kleppen en under- zoek deze laatste en hun zit- tingen zotgvuldig op smeage — indien de klep beschadigd is, moet ze door een nieuwe warden vervangen - meet de klepstelen om de 513)- tage na te gaan, met verwijzing naar de tolerantie die in de eersce pagina's vermeld word: onderzoek de slijtage van de klepzittingen — indien nodig kan (zo weinig mageluk) metaal verwijderd wor— den met een speciale klepzit- ting-frees am een goede klep- zitting be verkrugen — de kleppen pas-wrijven met enige druppels one — hierna dienen alle onderdelen in benzine gewassen te warden - vergemk de lengte van de klep— veren met de mater: die op pag. 3 worden aangegeven en vervang ze zo nodig door nieuwe - manteer de kleppen opnieuw in de cylinderkop en gebruik hier— bu de reeds vermelde kleppen- tang - zorg dat de conische spietjes schoon en degel‘uk in de veer— schotels gemonteerd 21in anstructie van de kleEEen Het is van het greetsce belang, in verband met de kracht en hec rendement van de motor, dat de - 321 Werkplaatsinstructies kleppen goed sluiten. Afbeelding 5. 1. Klepveerschotel 2. Klepveer 3. Cylinderkop u. Draagrand van de klep 5. Klepspieén 6. Klepsteel 7. Klepkop De kleppen — afb. 5 hebben tot doel: — het gasmengsel in de cylinder toe te laten — daarna de verbrandingskar \- hermetisch at te sluiten — vetvolgens de verbrande gash. naar buiten te laten ontsnappen De uitlaatklep van daze motor heeft een kleinere diameter dan d9 inlaatklep - afb. 6 Afbeelding 6. 1. Spieen 2. Veerschotels 3. Klepveren h, Inlaatklep 5. Uitlaatklep Honda C 310 5 en C 3205 (:31! Constructie van rechtercarter- deksel a) In dit deksel bevindt zich de koppelingshefboom, een clie- dichting, een olievuldap met oliepeil en twee olieplaat- drukveertjes b) De drukstift is op de koppe— lingshefboom gemonteerd, waar- mee hat 1n~ en uitschakelen van de koppeling met de hand geschiedt — afb. 7 Demontage van het rechtercax‘ter- deksel a) Rechtet pedaalstel wegnemen b) Achterremmechanisme en spie wegnemen c) Het rechterdeksel wegnemen na 31 de bevestigingsschroeven, die zich rondom in het deksel bevinden, te hebben losge— schroefd — afb. 8 Montage van het rechtercarter— deksel a) Hat deksel weer manteren en in de goede volgorde de kruis- kopschroeven aandraaien - afb. 9. N.B. Zorg dat de olieplaatdruk— veertjes goed op hun plaats komen b) Achterremmechanisme met spie op de trapas monteren c) Rechterpedaalstel plaatsen Koggelinzshefboom uitnemen - de circlip (to mm) verwfideren met behulp van een tang — zie afb. 1o — de koppelingsnok en koppelings- hefboom uitnemen 4 Afbeelding 9. Volgotde voor het aandraaien van de kruiskopschroeven _ 321) Werkplaatsinstructies / 7 Afbeelding 7. 1. Koppelingsas met hetboom 2. Nok van herboom 3. Drukstitt u. Oliepeil . Oliedichtring . Olieplaatdrukveertjes Arbeelding 8. 1. Rechtercarterdeksel 2. Achterremmechanisme 3. Kruiskopschroeven Afbeelding lo. I. Koppelingshefboom 2. Koppelingsnak 3. Circlip h. Tang voor cxrclip 5. Koppelingsdrukscift 8 / Honda 0 310 5 en (2 320 s (311 - 321) Werkplantsinstruutias K02 ielingshefboom aanbrengen - oliekeerringen controxcren en zo nodig vervangen - de onderdelen aanbrengen in omgekeerde volgorde Van het uitnemen Demonta e Van het Vlie lie]. — vliegwiel tegenhouden met een blokkeersleutel en de Vlieg- wielmoer (I7 mm) losdraaien zie arb. n \fbeelding n. 1. Vliegwiel 2. Vliegwieltrekker 3. Vliegwieltegenhouder - 2 kruiskopschroefbouten ver- mideren en de stator afnemen Waax‘schuwing! Nooit op de trekker, het vlieg- mel of de krukas slaan! ‘lontage van het vliegyiel — stator in net carter plaatsen, bevestigen met de 2 kruiskop- scnmerbouten , nagaan of de passing van de spit: goed is - net vliegwiel over de spie op de krukas plaatsen en vast— zetten met de bevestigingsmoer Afstellen van het ontstekings— t dstig e de voorontsteking 26 afstellen dat de onderbrekex—punten open— gaan juist op het ogenblik dat net teken "F" van net vueg- wiel samenvalt met net merk- teken op net carter. Deze han— delink kan het best verricnt worden net behulp van een test— lamp oz“ een bijzonder cantrdle- apparaat - afb. 1: Afbeelding v2. 1. Merkceken Op het carter 2. Nerkteken op het vuegwiel F 3. Hassaverbinding h. Testlanp - de opening tussen de onder- brekerpunten moec van 0.35 tot max. 0.l¢ mm ziin. Deze afstand wordt gemeten met een voeler- maat - de sohroef I losdraaien en vex-— pleatsen met de Schroevendx-aai— er. 0m de atstand te vergroten moat men de plaat 2 naar reents verplaatsen, om te verkleinen naar links - afb. 13 Afbeelding 13. Links Rechts _ door de opening van net Vliegr wlcl kunnen de oppervlakten Van de contacten van de onder- breker warden gecontrolecrd. Indian deze contacten niec in goede staat verkeren meet men nieuwe monteren Oggelet! Wanneer na het afstellen de schroef 1 vastgezet is moet men zich ervan overtuigen dat de afstelling niet Veranderd is clear hat Vastzetten van deze schroef ._._—__-—-—-n—-4_ 4-. .- II" Honda 0 310 5 en 0 320 s (311 » 321) Usrkplaatsinstructius / 9 Demontage van het kettingtand-' wiel om dit tandwiel te demonteren meet men gebruik maken van he: speeiaal gereedschap om het tandwiel vast te houden ter- uul men a: 2 bevestigingsbouten (IO mm) losdraait. daarna het borgplaatje en het tandwiel atnemen - afb. 1h Afbeelding Ih . Dopsleutel Hulpas Kettingtandwiel Borgplaatje Tandwielcegenhouder 5. Montage van het kettingtandwiel de montage-werkzaamhcdcn in omgekeerde Volgorde uitvoeren KDPPELING Functie van de koogelinz De 21 koppeling — arb. 16 bevindt ch tussen de motor-krukas en de versnelungsbak en heeft tot doel: fbceldlng 15. Rechtcrrartcrdeksel Dllcpvllstok PakkIng rechtercarterdskse Oliekeerrlng Clrclip v0 mm Drukvecr Koppellngshuis Koppelingsplaat, Perodo Koppelxngsplaat A-staal Koppelingsplaat B—staal Koppelingsplaat C-staal Aandrfiftandwiel Koppelingskern Koppelingshuis Aandruftandwiel van tussentandwiel Schokveertjes Drukveettje Ring van koppelingshuis 8 x lo Rollen Smeerbus Schokveertjes Drukstift Koppelingsnok Koppelingshefboom O-ring 6.8 x 1.9 Veer van koppelingshefboom Kogellagerbus Borgring 36.5 mm Borgrxng 101 mm Contramoer I4 mm Borgring IA mm Ring Kogellager 6000 Oliekeerring 16x28x6 Kruiskopbout 5x8 Kruiskopbcut 6x30 Kruiskopbout 6x60 IO / Honda c 310 5 en 0 3205 (3n — 321) Werkplaatsinstructies a) bi} bet wegruden een geleide- lijke verbinding cussen de mo- tor en de transmissie tot stand te brengen b) tijdelijk deze verbinding te verbx‘eken tijdens hat over—- schakelen naar een andex‘e versnelling C) W hat stoppen de verbinding tussen de motor en versnel— lingsbak automatisch te ont- koppelen zodat de motor niet arslaac Afbeelding 16. 1. Kappeung 2. Drukstift 3. Tussentandwiel Constructie van de kogneling De koppeling is een meervoudige platenkoppeling in oliebad, welke automatisch werkt door middel van de middelpuntvliedende kracht en tevens mechanische bediening heeft met een handle aan het stuur. De automatische in- en uitschakeling van daze koppeung wordt door middel van 8 scalen rollen tot stand gebracm under invloed van de middelpuntvlie- dende teach: in verhouding met de draaisnelheid van de motor. - toerental voor de inschakeling: 2300 tot 3000 t/min; — toex‘ental voor uicschakeling: 2boo tot 2600 t/Inin. De werkinz bii het starten a) D: kame‘linzsksrn druftandwiel zun'ifnngftmifln van ale koppeling gemonteerd en zun voorzien van schroef— vormige groeven. De kern wordt naar binnen or naar buiten geschroefd, arnankelmc van de kracht welke erop wordt uit- geoefend. de kern schakelt cle koppeling "in" als er ecn kracm door de traps: or he: achterwiel word: uitgeoefend, b.v. bij het starten van de motor met pedalen of bin he: afdalen van een helling met gesloten gas. De kern schakelt de koppeling niec in als de kracht door de krukas wordt uitgeoefend. 1:) Bi) stustand of gering toeren- tal van de motor (stationair draaien) wordt de koppeling antkoppeld gehouden door de h lichte drukveren welke op cle pennen tussen de beide sta- len eindplaten in gemonteerd zun. 7ndv-a hat tnaranta‘l van da motor u‘ordt opgevoetd. Worden de rollen naax- buiten gesung- erd in bun schuine loopbaan waardoor de stalen plaat met de viex‘ pennen tegen de veer- druk in wordt weggedrukt. Naarmate he: toerental toe- neemt wordt de druk op de kep- pelingsplacen groter. 1313 laag toerental wordt de koppeling automatisch ontkop— held door de vier 1inhta druk— veren, zodat de mocor niet afslaat bij’ bet stoppen . l 5 Afbeelding I7. 1. Drukveer 2. Koppelingshoofdplaat 3. Rollen . Koppelingsdrukveren . Aandrijfschotel . Koppelingsplaten aw”: 44¢ Honda c 310 5 en c 320 s (311 — 121) Werkplaatsinstructies / II de grate borgring uit zun spon- ning nemen — de volgende onder— delen komen dan vrji: c) He: koppelingshuis is 0p vier pennen Van de aandrfifschotel geschoven en bevestigd met ktuiskopschtoeven en ringen. I) kern an aandrfiftandWiEI Tussen de aandrurschocel en 2) rollen en veren het kappelingshuis Zfin d9 “ 9) kappelinzshuis en aandrijf— knnnelinzsveren zemonteerd schotel 21° erb' ‘3 , de aandrfifschotel kan warden afgenomen door de vier beveg- tigingsboutjes van het huls te draaien - zie afb. 21 Afbeelding 19. l. Schroevendraaier Borgring 3. Ecvestigingsmoer Afbeelding Is. . Koppelingshuis v \andrufschotel . Koppelingsdrukvcren . Koppelingsdrukstift rumn Met de koppelingshandle op het stuur kan onafhankeluk van de automatische werking de koppeling warden uicge— schakeld. 00k bfi het overschakelen naar een andere Versnelling en bu hoog toerental moet de koppe- ling bediend Worden met he: stuurhandle. Demontage Van de kognelinz _ rechtercarterdeksel verwuderen van de motor, alsmede de kogel- lager met de drukstift en kc- gellagerbus. - de lip Van de borgring terug— buigen - zie afb. 19 _ hat korpelingshuis met het spe- ciaal gereedschap vasthouden en de bevestigingsmoer (1h mm) 1°5d‘aaie“ Afbeelding 20. - dan de koppeling van de krukas '- Speciale sleutel Voor afnemen _ zie afb. 20 bevestigingsmoer 2. Koppelingshuis - om de koppeling te demonteren 3. Koppe1xngshuiscegenhouder l2 / Honda c 310 5 en c 320 s (311 — 321) Werkplaatsinstructies Afbeelding 2|. 1. Aandrurschotel 2. Koppelingshuis 3. Koppelingsveren b. Schokveertjes 5. Kruiskopschroeven en ringen 6. Borgring en bevestigingsmoer Montage van de kogyeling — eerst de aandrfifschotel mon- teren met de Vier koppelings— veren _ vervolgens de schokvecrtjes en de kleine bevestigingsbouten en ringen aanbrengen- zie ar— beelding 22 Atbeelding 22. I, Schokveertjes - de rollen, de stalen plaat met pennen en de veren monteren — de kern, de gladde platen, de twee beklede platen en de grate borgring monteren - de koppeling op de krukas aan- brengen en bevestigen met de borgring en moer - hierna he: druklager en carterdeksel aan- brengen T‘ussentandwiel Het tussentandwiel verzorgt de verbinding tussen de koppeling en de versnellingsbak en is Voor— zien van rubberschokbrekers, die tot doel hebben de stoten Van de Versnellingen en vertragingen, evenals de stoten van de motor op te vangen - zie afb. 23 Arbeelding 23. 1, Rubberschokbreker 2. Circlip 3. Hoofdas h. Tandwiel Tussentandwiel demonteren - na demontage van de koppeling de circlip verwuderen en hec tussentandwiel en de drukring arnemen — zie afb. 2h ‘l‘ussentandwiel monteren — in omgekeerde volgorde van de demontage ee werk gaan Constructie van de nokkenas Aan he: ene eind Van de nokkenas is een tandwiel voor de aandru- Ving gemonteerd en aan he: andere einde is een spiraalgroef aan— gebracht; via daze greet wordt de 0112, benodigd voor he: smeren van de tuimelaars naar de cylin- derkop gevoerd. ~A_._-_~ 1-b-i-I-v----_ L-|- LII. xlll Honda 0 310 5 en c 320 s (311 _ 321) Werkplaatsinstructies / 13 Afbeelding 2h. 1. Tang voor circlip 2. Tussentandwiel Het nokkenastandwiel wordt aan- gedreven door het candwiel dat hiertoe op de krukas is gemon- teerd. ne nokkenas is in de linker— en rechtercarterhelrt gelagerd en wordt door het rechtercarterdek— sel op zUn plaats gehouden. De kleppen worden bediend door de nokkenas via de klepecocers, de stoterstangen en de cuimelaars @v 1. Tandwiel voor nok- kenas. 2. ’l‘uimelaars. 3. Klepstoters. ‘4. Stoterstangen. 5. Nokkenas. Afbeelding 25. '3 can in :5 . 4 3° Nokkenas uitnemen — rechtercerterdeksel en de kap- paling verwqderen - olieplaat wegnemen - nokkenas uitnemen - zie atb.26 Afbeelding 26. I. Aandrfiftandwiel 2. Olieplaat J. Nokkenas b. Tandwiel van nokkenas Nokkenas inzetten — de twee tandwielen 26 aanbren- gen, dat de daarop aangebrachte merktekens precies tegenover elkander scaan - plaats de zuiger in bet boven- Ste dode punt — de spie in de krukas is nu naar de zuiger gericht - het merkteken op het aandrurcanduiel is nu recht op de nokkenas gericht - op de rand van het nokkenas- tandwiel is een merkteken ‘O aangebracht — de nokkenas 26 inzetten, dab dit merkteken precies voor het merkteken op het aandruftandwiel staat Ogmerk n5 Bu deze werkzaamheden kan Worden volstaan met bet afnemen Van het rechtex‘cax‘tetdeksel - het carter behoeft hiervoor niet te warden geopend. Constructie van het carter Het carter kan in twee delen wor— den gedeeld volgens de middellfln van de cylinder. Aan de Voorkant, in het bovenste deel Van de twee 1h / Honda c 310 5 en 0 320 s (3‘I — 32I) Werkplaatsinstructies Carters bevindt zich de carter- ontluchting. De druk welke in het carter ontstaat kan via deze ontluchtingskamer, welke als een labyrint is uitgevoerd, naar de buitenlucht ontsnappen zonder dat de olie mee naar buiten komt — zie arb. 27 \rbeeiding 27. 1, Linkercarterhelft . Rechtercarterhelft 3. Ontluchtingskamer . Ontluchtingspup Demontage van het carter — de cylinder en de linker— en rechterdeksels Van de motor wegnemen — het Vliegwiel, kcttiugtandn‘iel, koppeling, tussontandwiel, olieplaat en nokkenas verwu— _deren - de 10 kruiskopschroeven 105- draaien en de rechtercarter— helft Van het linkercarter— deel afnemen — zie afb. 28 — afb. 29 geeft het aanzicht van de motor na het afnemen Van de rechtercarterhelft - het verwijderen Van de vex-Schil- lende onderdelen gebeurt in deze volgorde: 1; krukas 2 startmechanisme 3g hoard h hulpas Montage van het carter — de montage wordt in omgekeerde Volgorde uitgevoerd — de kruiskopschroeven in de juiste voigorde aandraaien — zie afb. 30 Afbeelding 23. 1-2—3-h Kruiskopschroeven van het carter Afbeelding 29 1. 1m1pas 2. Hoofdas 3. Startmechanisme h. Trapas 5. Krukas Constructie van de zuiger De zuiger is yervagrdigd van een aluminiumlegering an is ovaal van vorm. De zuiger is verbonden aan een drutstang door de zuiger— pen, welke uit het midden is ge— monteerd. De zuiger is speciaal Honda C 310 5 en C 3205 (311 .. berekend voor hoge dmkken, hoge toerentallen en is bestand cegen Vervorming door thermische tac- toren. De drie zuigex‘veren zijn boven de zuigerpen in de zuigergroeven gemonteerd en zox‘gen voor een goede afdichting - erb. 3,1 Afbeelding 30. Volgorde voor het aandraaien van de kruiskopschraeven Afbeelding 31. 321) Werkplaatsinstmcties / 15 Demontase Van de zuizex‘ — na het vervxjderen van de cylin- derkop en a» cylinder neemt men de circlips van de zulger- pen at — hierna zuigerpen wegnemen Montage van de zuiggx‘ - zuigerkop en zuigex‘veergroeven goed reinigen van koolaanslag - hierb'u nooit gebruik maken van schuurlinnen of :chuurpapier - bx; het monteren van de zuiger moet de pijl uelke als merk- taken op de kop van de zuigex‘ ward aangebracht naar beneden gericht zijn Functie van de zuigervex‘en 0p de zuiger zijn twee compressie- veren en één olieschraapveer ge— monteerd — afb. 32 Afbeelding 32. 1. Compressieveer (chroom legering) 2. Compressieveer J. Olieschraapveer De zuigerveren moeten voor een goede afdichting in de cylinder zorgen, hoge drukken kunnen weer- staan, veel wax-nits kunnen at- Voeren en de olie Verhinderen in de verbrandingskamer door te dringen. Dit alles heeft rechtstreeks in— vloed op het rendement van de motor Demontage van de zuigerveren - de zuigerveex‘ wordt uit haar 16 / Honda (3 3w 5 an o 3205 (311 - 321) Werkplaatsinstmctiss Afbeelding 33. I . Naaldlager 2 . Naaldlagerkooi 3. Lapel Afbaelding 3h. 1 . Driifstang 2. Krukas 3. Lepel Afheelding 35 1. Slagpup 2. Aandtfiftandwiel groef veruiiderd door ze voor- zichtig open te buigen met de dumen in het slot Montage Van de zuigervex‘en ‘ de speling controleren tussen veer en zuigerveergroef - hiertoe plaatst men de zuiger— veer in de greet en onderzoekt men as speling over de gehele omtrek - de spanning van de zuigerveren controleren en indien niet vol- doende spanning deze vernieuven - het "TOP" taken, dat is inge— groerd in de bovenkant van de zuigerveren naar de bovenkant van de zuiger richten Waarschuwing! Voorzichtig te Vex-k gaan bij het monteren van de zui- gerveren zodat groef en veer niet beschadigd warden Constructie Van de krukas en de drnfsta'ng De krukas is in elkaar geperst en kan door zfin kvalxteic noge toerentallen Verdragen. De door- snee Van de krukas is in "H"- vorm. De drurstang is zonder zuiger— penbus gemonteerd, maat het big- end is op een naaldlager gemon- teerd. De naalden zxin in een kooi gleplaatst — afb. 33. bit naaldlager is van het type met één enkele rs“ naalden en kan aanzienlijke krachten verdragen. De smering van de motor is van het z.g. spatsmeringssysteem — arb. :h. be smering komt hierbij tot stand doordat de lepel van de drijfstang door de olie in het carter slaat, hetgeen een one- mist tot stand brengt, die alle delen van de motor smeert, n.1. krukaslager en big—end evenals de zuiger en de cylinderwanden. Montage Van het aandx‘iftandwiel - he: aandtijftandwiel op ziJn plaats brengen door middel van de slagpup en een hauler Daarvoox‘ meet men de krukwang met de hand steunen of met een spie die cussen de twee kruk— wangen uordt geplaatst, on ver- vorming te voorkomen - afb. 35 I , |---- Honda c 310 5 en c 3205 (311 - 321) Werkplaac:instructies / 17 VERSNELLINGSBAK \lmmcwmuowmqmmtuma 18. ONDERDELEN VAN DE VERSNELLINGSBAK Hoofdas . 19 . Hulpas ’l‘ussentandwiel. 20. Schuifpen. Circlip. 21. Schuifpen. Bout. 22. Tandwiel 1e versnelling. Kabelsteun. 23. Tandwiel 2e versnelling. Schakelseglnent. 2h. Tanduiel 32 versnelling. Pakkingring. 25. Drukring. Schakelas. 26. Drukring. Schakelarm . 27 . Trapas . Schakelstift. 23. Spie. Circlip. 29. Starttandwiel "B" . Bout . 30. Sleepveer. Pal. 31. Plaat met palgleuf. Palbus. 32. Starttandwiel "A". Veer. 33 . Pal. Borgplaat . 3‘0 . Starterarm. Kettingtandwiel. 35. Remmechanisme. Bout. IB / Honda c 310 5 en c 2205 (311 - 321) Werkplaatsinstructis Constructie Van de versnellings- bak De versnellingsbak heeft 3 ver- snelnngen. De vrijloop ligt tus- sen de la en 2e versnelling. De hoofdas is één gehecl met de tandwielen, die ieder afzonderliik overeenstemmen met de Ia, 2e, en 32 versnelling, alsmede een star- tertandwiel. op de hulpas bevinden zich drie candwielen, die van links naax‘ rechts gezien, ieder overeenstem- men met de ‘2, 2e en 3e Versnel— ling en steeds in aangrijping bnjven met de tandwielen van de hoofdas. De tandwielen zijn van uitsparin- gen voorzien. De hulpas heart aan | H 1 één kant spiebanen voor het ket- 2' Kutlgis t d a 1 tingtandwiel, aan de andere kant 3: 5381(3ng "1e een rondsel met een gleuf, 6 mm to Samurai van schakel en breed, waarin zich cle schakelpen 5' Schuif‘blokje P bevindt. Daze pen kan in de glen! 6' Schakelarm van de as heen en weer schuiven ' en de tandwielen scuk voor stuk blokkeren 1n hun uitsparingen, Afbeelding 37¢ Werking van de versnellingsbak De bediening geschiedt door het bekende draaihandle. De draai- beweging van het handle wordt, via de bedieningskabel, overge- bracht op het schakelsegment. Vervolgens brengt deze cle scha— kelarm in beweging, waardoor de schuifas de pen verschuift om de verschillende versnellingen in ca schakelen. De schakelpen is op het eind van de schuifas bevestigd door middel van 6 mm linkse schroefdraad; zie arbeelding 37 Her. koppel van de motor wordt als volgt op de ketting o'vex‘gebracht: In de vrijloop: A15 het schakelhandle in de stand "0" staat, draaien alle tandwie- len, die zich op de hulpas bevin- den vrij, omdat de pen, die zich in de gleuf Van de hulpas schuift zich tussen de tandwielen van de 12 an 2e vex-shelling bevindt. In deze stand is er dus geen aan— grgping cussen de agnagalpen en tandwielen. De koppelkrache van de motor kan dus niet via de kap- paling op de tandwielen van de hulpas warden overgebracht — zie af‘beelding 38. Afbeelding 38. In de 1e versnelling: Stand vrijloop In dit geval grxjpen de twee uit- einden van da pen, door szaartae 1- P31 2, Schakelsegment lllll-lll-ilflm Honda C 310 5 en C 3205 (SH — 32!) Werknlaafisinstructius / 19 verplaatsing, in de uitspal‘ingcn die in bet tandwiel van de Ie versnelling zijn aangebrachc. Deze stand word: uiteraard Ver— kragen door he: draaihandvat op he: stuur up he: merkteken ”I" t: plaatsen. llierdoor wordt door middel Van de bedieningskabel he: gchakelsegmen: naar rechts gedraam. De draaiende beweging van d1: segment breng: de ver- :nellingsax‘m in heweging. De be- weging van deze am verplaatst op zxin beurt de pen, zodat deze het tandwiel Van de Ie versnel- ling aangrijp: — 23,2 afb. 39 Afbeelding 39. Stand Ie versnelling I. Pal 2. Schakelsegment In de 2e versnelling: Dezelfde werking als Voor de 1e versnelling. Draaihandvat op he: merkteken "II" plaacsen, waardoor de pen in de stand geplaatst wordt on he: tandwiel van de 2e versnelling aan :e grupen, zoda: he: achterwie]. in de 2e versnel- ling wordt aangedreven — zie af— beelding ho. Afbeelding ho. Stand 2e versnelling 1. Pal 2 . Schakelsegmen: In de je versnelling: Dezelfde werking 31$ hiervoot, doch met draaihandvat 0p merk- teken "III" geplaatst - zie afb. hl. Demontage Van de versnellingsbak — zoals mu eerder hebben beschre- ven he: carter in twee delen demonteren - daama kan men alle onderdelen duidelijk zien in de linkercarterhelft - startermechanisme verwijderen, hoordas uitnemen, drukring en de tanduielen van de 1e, 2e en 3e versnelung uitnemen - deze bevinden zich op he: rond— 521 Van de hulpas - afb. 1.2. Montage Van de versnellingsbak - de hulpas in de linkercarter- helx‘t zetten — achtereenvolgens de tandwielen 20 / Honda c Afbeelding In. Stand 3e versnelnng 1. 2. Schakelsegment Pal Af‘beelding ha. I. 2. 3. L. 5: Tandwiel van Tandwiel Van Tandwiel van Schuifas Hulpas 1e versnelung 29 vetsnelling 3e Versnelling 310 s an c 3203 (311 — 321) Verkplaatsinstructies van de 1e, Ze en 3e veranelling aanbrengen - niet vergeten do platte drukring te monteren van de le, 2e en 3e versnelling aanbrengen - niet vergeten de platte drukring te monteren _ hierna de hoofdas in de car- terhelr: zecten - zie afb. #3 Afbeelding h). 1. Hoofdas 2. Hulpas 3. Schuifas Demantage van de hulDaS - met behulp van een platte sleu- tel de schuifas naar reams draaien - op deze manier wordt de schuifas van de pen gedraaid - zie afb. bl» Afbeelding MO. 1. Platte sleutel 2, Schuifas 3. Hulpas . Kettingtandwiel 5. Kettingtandwieltegenhoudet Montage van de huloas — de schakelpen, linkse draad, aan de schakelas monteren - zie afb. '05 - 31: de schakelpen weer is vast- gezat aan de schuifas, nagaan -______.—- .— —- .- _A _ ‘_<_ l— _—: Honda C 310 S en C 3205 (3“ - 32') Werkplaatsinstructies / 2‘ fl 1 '-2 J Afbeelding 1+5. 1. llulpas 2. Schuifpen 3. Schuifas or er op de plants, waar de platte sleutel sang-14p: (2 platte kanten) bramen zijn ont- staan - is dit het geval, deze verwijderen Schakelmechanisme demonteren — circlip verwiideren en de scha- kelas en schakelarm uit de rechtercarterhelft nemen - zie afb. #6 Afbeelding us. 1. Circlip 2. Schuifas 3. Tang voor circlip — bevestigingsbout (10 mm) 105- draaien an new schakelsegment van dq schakelas nemen - bevestigingsbout (Io mm) van de kabelsteun vewuderen en de kabelsteun afnemen - bevesti— gingsbout (10 mm) uit hat car- ter draaien en de grendel Vet- w'udex'en ~ alle genoemde onder- delen kunnen warden gedemon- teex‘d zonder het carter te ope- nen S chake lmechani sme mont eren - do achuu‘as geheel uitcrekken totdat he: uiteinde geLIJK 11;: met de carterrand (stand van de 32 vex-shelling) - het schakelsegment zodanig op de schakelas mantel-en dac de uitholling voor de 32 versnel- ling voor de blokpal staat — zie arb. In Versnel lingsbakolie Gebruik hiervoor een goed gedoop— te "HD" motorclie Van een gera— nommeerd merk, gekwaunceerd als "Voor dienst NS" (Motor Severe), /\ls voorbeeld: Shell x :00 SAE 20 w bij een temperatuur beneden 15" c of 2211 gemksoorcige one van een ander merk. Het carter pas vunen met motor- one SAE 30 als de temperatuur boven 15 c is. In de practijk kolnt het hierop near, dac in de maand october wordt overgegaan op SAE 20 w en in de maand mei weer op SAE 30. Verreweg de beste resultaten wor< den verkregen bu gebruik van een Multigrade-olie 20 w / to, die het gehele jaar door kan worden gebruikt — voor inhoud 212 he: hoofdstuk "Technische Gegevens“. 4 Afbeelding A7. 0NDERDELEN VAN HIST VERSNELLINGSJ- MECHANISM]; 1. Grendelbevestigingsbout 2. Hulpas J. Schakelpen h. Tandwiel le versnelling 5. Tandwiel 2e versnelling 6. Tandwiel 3e versnelling 7. Schuifas 8. Schuifblokje 9. Circlip 10. Schakelarm 11. Schakelas 12, Rechtercarterhelt‘t 13. Schakelsegment 1h. Kabelhouder 15. Grendel 16. Drukveer van grendel ‘7. Dichcring ("U")ring 22 / Honda c 310 s en c 3205 (311 — le) Werkplaatsinstructies Startme chani sme De motor kan, a1 naar wens, wor- den gestart met pedaal-hulp door vooruit te trappen; Harden ge— stopt door achteruit te trappen — 21a afb. ha. Th: — rnF'H—r . :‘fi Albeeldig '45 . 1 . Pedaal 2 . Trapas A15 a; psdalen vooruit dtaaien, wordt de starterpal in aangrijping gebracht met het tandwiel "A", dat zich op de trapas bevindt, verbonden door nokken met nee tandwiel "B" - Zia afb. 1+9, Afbaalding 1+9. 1. Pal 2. Starterax‘m 3. Tandwiel "A" 1‘. Tandwiel “B" De twee tandwielen “A" en "E" draaien dus naar rechts. Omdat het startertandwiel "E" in aangriiping is met het tand- V121 voor atarten op de hoofdas draait he: laatstgenoemde naar links. Daze beweging wordt overgedragen op he: tussentandwiel, dat op ziJn beurt het aandrijftandwiel van de koppeling naar rechts duet draaien. “at aandrijftandwiel heart sen Lg. "koppelingskern" met spiraalvormige groeven. Door de draairichting Van het aandrijftandwiel verplaatst deze kern zich under invlued van de spiraalvormige groeven naar links _ de verplaatsing van de kern ve'roorzaakt het Samendrukken Van de koppelingsplaten en zodoende een verbinding cussen krukas en pedalen, met als gevolg het star— ten van de motor. Zodra de motor aanslaat, wordt de starterpal automatisch uitgeschakeld - zie arb. 5o Afbeeldxng so. 1. Tandwxel van 1e versnelling 2. Tandwiel van 1e versnelling . Tandwiel van 3e versnelling , Tandwiel van 2e vex-shelling . Tandwiel van 22 versnelling . Tandwiel van je versnelling . Tussentandwiel . Aandrfiftandwiel 9. Hulpas 1o, Tandwiel n. Aandrijftandwiel van nokkenas 12. Krukas 13. Nokkenas 11o. Nakkenastandwiel 15. Hoordas 16, Trapas 17. Starttandwiel "a" De starterpal 1s draaibaar aan de starterarm gemonteerd, Aan de zijkant van de pal bevindt zich een met de pers gemonteex‘d 5 mm dik pennetje, dat zich in de ge- bagen graef van de plaat beweegt. Een stalen verende klem verhin- dert steeds de draaiing van deze plaac. De plaat kan slechts draaien wanneer esn uitgeoefende Honda 3 3‘0 5 en c 3215 (3x1 kracht grater is dan de remkracht Van de Veer. BU het starten drsait de starter- arm onder dandruving van de pe- dalen. Hierdoor schuirt de 5 mm pen van de pal in de gebogen greet van de plaat en grunt de pal in de tanden van het starter— tanduiel "A“ . 0p deze manier wordt de lichaamskracht, die op de pedalen wordt uitgeoefend, op de krukas ovorgedragen door middel van de tandwielen. Zodra de mater start, wordt het toerental van het tandwiel “A" grater dan van de pedalen. Hier- door komt de starterpal er van het tandwiel “A" en wordt door de graerplaat uitgeschakeld - zie arb. 51. Afbeelding 51. 1. Rem-actie op het achterwiel (schteruit trappen) starten van motor Trapas Starterpal Tanduiel "A" . starterarm Groefplaat Wrfivingsveer mxlvarL2N Sta tmechan sme demontex‘en - na hat scheiden Van de carter- helrten kan het totele start- mechanisme uit de linkercarter- helft warden genomen — zie afb. 52. - de volgende delen van de trapas nemenx tandviel "B" plaat met palgleuf tandwiel "A“ starterpal starterarn Startmechanisme Monteren - dit geschiedt in omgekeerde — 32!) Verkplaatsinstructios / 23 Volgorde - bfi het monteren van de starterarm echtcr nagaan dat de starterpal geen speling heert tussen de plaat met pal— g1eur en de starterarm. Afbeelding 52. 1. Hulpas 2. Hoofdas 3. Trapas met startmechanisme ngerklng A15 de trabas meet warden ver— vangen, kan dic worden uitgevoerd zonder dat de motor uiteen wordt gendmen. Er kan warden volstaan met het verwuderen van de linker— en rechterpedaal, alsmede net rechtcrcarterdeksel — hierna kan de trapas warden uitgetrokken en de nieuwe op zhn plaats warden geschoven. Het startmechanisme blurt bu deze handelingen op zfin plants. Afbeelding 53. 1. Achterremmechanisme 2. Spie 3. Trapas . Rechterpedaal . Rechtercarterdeksel . Bedieningshefboom mVI: 21o / Honda c 310 s an c 3205 (31! en 32!) Werkplaatsinstructies Achterremmechanisme Di: mechanisme is aan de rechter- kant op de trapas geplaatst. De kern wordc op zijn plaats gehouden door een spie. De buttenkant van de rate]. maakt één geheel uit met de bedieningshefboom, waaraan de achterremkabel is bevestigd - zie aft). 53. Achtex‘remmechanisme demonteren - rechtercrank verwudex-en en het mechanisms arnemen - afb. 51¢. Afbeelding 5h. 1. Spie 2. Achtex‘remmechanisme — voor het afnemen van het kop- pelingsdeksel eveneens de spie verwxyderen. Smearsvsteem 0p dit type motor is geen 011e— pomp aangebracht. Er warden drie sneersystemen toegepast t.w.: — spatsmering door een 1epe1 aan de drijfstan'g — smering door de tandwielen — smex‘ing van de tuimelaars via de spiraalgroeven in de 1101(— kenas SEatsmering De krukas, zuigerpen en cylinder- wanden warden door de oliemist gesmeerd, die word: veroorzaakt door de spatsmering, d.w.z, dour de one, die wardt rondgeslingerd door de 1epe1 van de drijt‘stang. Na de genoemde onderdelen te heb- ben gesmeerd, zakt d2 olie weer naar de bodem van het motorcarter - zie afb. 55. Afbeelding 55. 1. Olieplaat 2. Huis van tandwiel van nokken- as 3 ¢ Krukas Tuimelaarsmerin me geschiedt, zoals hierboven reeds ward beschreven, via de groeven van de nokkenas. Door de spiraalvormige groeven veroor— zaakt het draaien van de nokkenas een druk, die de one dwingt tot: circulatie door een in het carter aangebracht kanaal. be 0112 wordt verder tot in de cylinderkop ge- dreven via een leiding vanar het carter naar he: tuimelaarhuis. Bu aankomst in de cylinderkop word: de 0112 over de inlaat- en uitlaatklep en de tuimelaars gespoten. Vervolgens druipt de olie terug naar het carter door de tunnel van de stoterstangen. De smering vande tandwielen van de versnellingsbak geschiedt door het opwerpen van one door hat grate startertandwiel "B", dat in de carterolie loopt. Bovendien wordt het tussentand— wiel gesmeerd door de olie, die door het tandwiel Van de nokken— as wordt apgeworpen. Carburateux‘ In de carburateux‘ wordt de aan- gezogen lucht gemengd met brand- atot. Dit mengsel van benzine en lucht moet aan verschillende VDDrwaax‘den voldoen t.wol — cle Juiste vernoucun; hebben - zo fijn mogelijk verstoven warden — zo goed nogemk gemengd zijn W11 men een goede verbranding verkrugen, dan maet aan de drie bovengenoemde voorwaarden warden Handa C 310 5 en C 3205 (31‘ - 32‘) Werkplastsinstructies Volduln . Afbeelding 56. \. ’l‘uimelsardeksel 2. mimelaars 3. Cylinderkop h. Cylinder 5. Nokkenas Hat afstellen van de carburateur heeft invloed op het rendement van de motor, aangezien het toe- rental van belang is voor het werken Van de semi-automatische koppenng. Daarom moat de afstel- ling nauwkeurig gebeuren en re— gelmstig Worden gecontroleerd. - afb. 57. moelding 57. Carbur‘teur an luchtschuil‘ l. aux-bunt“: en afstelling 2. Luchtregelscnroer u \u Mengkamer De lucht wordt via een luchtfil— ter en de verstuiver aangezogen. Dit aanzuigen gebeurt langs de onderkant van de gasschuif, “aar- na de lucht in de cylinder komt. 0nderweg vormt zich in de meng- kamer de Juiste verhnuding van het benzine—luchtmenu'sel. Om het gasmengsel vow stationair draaien te regelen, moet de hoe- veelheid toe te lat n lucht ver- minderd 0f vermeex Jerd warden. Hiertoe moet de stelschroef Van de stationaire luchtsproeier (de luchtregelschroef) naar rechts of links draaien - om een r'uker benzine-luchtmengsel te verkru- gen naar rechts draaien, om een armer mengsel te verknjgen naar links draaien. Gewoonlijk wordt de hoeveelheid lucht, die in de cylinder wordt caegelacen, bepaald door de gas- schuif. De gasschuif, die in deze carburateur is gemonteerd, heeft echter nag een andere, zeer be- langruke taak, n.1. he: doseren van he: mengsel. Daartoe is de gasschuif voorzien van een schui— ne kant, die aangeduid word: met een nummer. Deze schuine kant zorgt Voor vol— doende onderdruk in de carbura— teur vanaf stationair draaien totdac de gasschuif % openstaat Zodra de gasschuif verder wordt geopend, doet de schuine kam geen diensc meer en neemt de naald in de gasschuit deze tum:- tie over. De naald functioneert tussen % en 1‘ open gasschuif. Hierna neemt de hoofdsproeier deze taak weer‘ovet — zie afb. SB. //é: AFbeelding 58. 1. Gasschuif 2 ‘ Naald 25 / Honda C JIO 5 en C 3205 ( 311 Da atationaire sproeier bepaalt do hoevaelheid benzine. die wordt taegelaten bx) 1aag toerental en statiomir draaien van de motor, teneinde een overeenkomstig Juiste dosetlng van het mengsel te verkx‘ijgen. Benzinekraan en Vlotterkamar On: in de carburateur een gaede verscuiving van hat mengsel te verkrijgen (lucht/benzine) wat ook het toerental van de motor of de opening van de gasschuif is, moot het niveau van de benzine in de vlotterkamer constant zun. In dole vlotterkamer zen-gt de vlottor er voor. dat de bennne niet haven een bepaald niveau uitkomt. De benzine komt in de carburateur v1a een opening, die wordt afge- sloten door de vlotternaald, die bediend wordt door de vlotter. Wannee!‘ het maximale niveau is bereikt, drukt de vlottor tegen dc vlotternaald door middel van de vlotterscharnier en wordt de aanvoer van benzine afgesloten. Zodx‘a het hiveau in de vlotter- kamer daalt, zakt d8 vlotter en ataat de vlptternaald de toevoer van benzine weer toe. Het openen en sluiten van de toevoex‘opening geschiedt automatisch en hat n1— veau is due constant. Teneinde de trillingen van de vlotter up te vangen, werd een veertje tussen de vlocter en de vlotternaald geplaatst. an moeilfikheden te voorkomen on net overstromen van de carbure- teur (door overheuen or mail bfi de vlotternaald) werd de vlotterkan kaner uitgerust met een oven-loop. Luehtaohuu choke en Vlotter en Voor het atarten van de motor moot het gasmengsel ruker zun dan voor nornaal ruden. In het buzonder bu lage tempe- ratuur 231 de benzine slecht ver- ' stuiven en zai daze zich gedeel- telijk neex‘zetten in de inlaatbuis - er kont dus een te arm mengsel in de cylinder. 0m dit te verhelpen, meet hot mengael benzine/lucht overdreven ruk worden genaakt. In an typo carburateur uordt dlt bereikt door middel van de "choke" en de v1otterpen. Vanneer de gasschuif voor + % is geapend, wordt aen bapaaldE hoe— veelheid benzine langs de sproei— — 321) Werkplaatsinstructies ernaald aangezogen door de onder— druk, veroorzaakt door de zuigar, waarbij het klepje van de choke gedeeltelijk wordt geopend. Naarmate de snelheid toeneemt, wear-nee de lucht atroomt, gaat het klepje verder open an het mangael wordt armer. ‘3‘ Afbeelding 59 . 1. Choke 2 . Luchtdaorlaat 3. Klep van choke h. Veer van klep AFSTELLINGEN Klegsgeling afste len - na het monteren van de tuime- laars de speling afstellen - deze meet 0.05 mm zun bij koude motor met de zuigex‘ in het bovenste dode punt - d.w.z. wanneer het merkteken “T" van net Vliegwiel tegenover net merkteken op het carter staat en beide kleppen gesloten zun. Afbeelding 60. I. Merkteken op linker-carter— heltt Nerkteken "F" op vliegwiel Vlieguiel 2. 3. Honda 6 310 5 en 5 3205 (311 — na het vastzetten Van de con- tranoer de speling nogmaals controleren. - zie afb. 60. Afbeelding 60—3 Hat necen van de speling met een vnelnaacje 1. Ecvesciglngsmoer 2. Stclmoer 3. Voelmaatje Attentie: Het afstellen van de kleppcn dient to gebeuren by koude motor Afboelding 60-h. Voor het afstellen twee sleutels gebruikan. Ontsteking afstellen - dc voorontsteking 26 afstellen, as: de nnderbreker—contacten Juist beginnen te openen als het merkteken "F" op het vlieg— V121 precias tzgenover het nerkteken op het carter staac - bu bet afatellen kan het best gebruik warden gemaakt van can testlamp of een speciaal con— — 321) Werkplaatsinstruclies / 27 tréle-apparnat zie afb. 61. Atbeelding 61. Afstellen van de voorontsteking door twee merktekens tegenover elkaar te plaacsen. I. Merkteken op de linkercarter- helft. 2. Merkteken "T" op het Vliegwiel 7 Zn nodig de schroefbout (‘) icts lasdraalen en de plaat (2) vcrplaatsen met behulp van een Schroevedraaler , om de afstand tn vergrotcn meet de plaat (2) naar rechts nordon verplaatst, om te verklelnen naar llnks. , via de opening in he: vllegwiel kunnen dc contactpunten warden gcconcroleerd » indien zu in slechte staat znn, moeten 2n warden vprnieuud. — de afstand tusscn dc onderbrc- kcrcuntacten moat ‘ o.35~o,un mm zun — deze arstand kan ge— meten warden met behulp van wwn vnelermaat. Afbeelding 62 1. — Naar links 2. — Naar rechts 23 / Honda 0 310 5 en c 3205 (311 - 321) Werkplaatsinstructies KO elin afstellen - de rubbersluithuls omhoogschui- ven om de stelbaut van de kop- peungskabel vrii te maken - zie afb. 63. filten 1. Filterdoos 2. Deksélboutjes Afbeelding 63. - vetvolgens contramoer weer lo: draaien en de stelbout instel len. "511le VAN o: cnluurox 1 De Iuthn-gclschmd gehul aundvoailn (am venom-1; donmo I In xlag "my drawn 2 Von! d: bur. afslelling bi. stanmau Iapen van a: mm, d. smilenmrl ounxlugthfl in tegengtsielde righting NH a: mum van I!" wNerk dict-M" Onderdelen van de luchtfinev a Door 5. luchlregelschrml in of aw 4. vi ling van a. Minn van "n uurwuk :- dvaaxen pmbw: men d: alslelling me man, wauvbil hu "vernal nanneulvlk roman-u, 4 Door de um Mira canslogxchmd cpnlew near hnlq a: non! mm m drum-GIL regel! mgn hu national” Iopen zodumg m: a. hail: «mums nvkngqn is 5 News: a. sntlhudxnmndenng conuclelen om an n goon, a! he! dram-en van de um. regelschrod hu swfinnmr lop‘n mm: mm. vleed huh lo .a, a“ a. ragelmg m sens outdo-n ( 'e pun! n (Periecv slononail lapel: — l 500 film I — Cavhuraior an ofstellingsinrichtina, 1. Staticnaire regelschroef C 310 « S ». Naar gegevens verstrekt door HONDA MOTOR N.V. - Rotterdam. IDENTIFICATIE Motornummer is ingeslagen links - under op het oliecar’cer. Framenummer is ingeslagen links op het frame haven de motor. RAl/TNO-keuringsnummer B 3023 - bevindt zich op het balhnofd. BEDIENINGSORGANEN EN INSTRUMENTEN Links op het stuur gecombineerd koppelings/J-versnellingshandle - koppelingshandle kan warden vergrendeld. Rechts op het stuur gecombineerd gas/voorremhandle/dimschakelaar. 2 / HONDA / Ruw. GED. / TECHN‘ GEG‘ In de koplamp inwendig verlichte snelheidsmeter/kilometerteller met schaalbereik van 70 km. contactslot/lichtschakelaar - 0 = stilstapd, sleutel kan warden uitgenomen - 1 = rijden en gebruik overdag, sleutel kan niet warden uitgenomen - 3 = rijden in het donker, sleutel kan niet worden uitgenomen. MATEN EN GEWICHTEN wielbasis 1190 mm grondspeling 165 mm totale lengte 1860 mm draaicirkel 1800 mm totale breedte 660 nun gewicht - leeg 71 kg totala hoogte 1000 mm banden 23 x 2.25 bandenspaming voorband 1.8 at. - achterband 2.0 at. BENZINE EN OLIE lnhoud benzinetank h.5 liter, waarvan 0.6 liter reserve - 3—wegsktaan, vleugel naar links is reserve - naar onder is open ~ naar rechts is gesloten. octaangetal: boven 80. benzineverbruik (onder ideale omstandigheden) 1.1 liter/100 km. lnhoud oliecarter 0.8 liter Multigrade 1O w/3o VERMOGENSGEGEVENS Motor type I maximaal vermogen 1,0 pk bfi 3800 t/min. — maximumkoppel 0.29 mkg bfi 3hoo t/min. Motor type II maximaal vermogen 1.8 pk bfi 5000 t/min. - maximumkoppel 0.29 mkg bfi 0000 t/min. Motor type III Maximaal Vermogen 2.2 pk bfi 6000 t/min. — maximumkoppel 0.3 mkg bij 11000 t/min. Maximum snelheid type I “0 km/u - type III 60 km/u. Stijgvermogen type I 1574 — type III 186'. Kortste remweg 12 meter bfi een snelheid van “0 km/u. VERDERE GEGEVENS VAN HET RIJWIELGEDEELTE Frame geperst uit één plaat - z.g. ruggegraatframe. Voorvork met zweefarmen. vlucht naar beide kanten 115°. helling 65 . afstand 75 mm. HONDA / RIJW. GED. / TECHN. GEG. / 3 Balhoofdlagers 2 x 21 3/16" kogels Voorwiel naaflagers: links en rechts 1 éénrijig groefkogellager 6202 (15x 35x11 mm). oliekeerringen: links en rechts 22x35x7 mm. Achterwiel naaflagers: links en techts 1 éénrijig groefkogellagef 6301 (123: 37x12 mm) ~— bovendien in schokbreker/l:ettingtandwiel 1 éénrijig groerkogellager 6003 z (17x35x10 mm). oliekeerringen: links 22x35x7 mm - rechts 18x37x7 mm. Kettingtzndwielen versnellingsbak 115 of 13 - achterwiel 33 T. Achterketting 1/2" x 3/16" — 98 schakels. Remmen trommelremmen met remsegmenten. Vriie slag voorremhandle 10—20 mm. vrije slag tussen remhefboom van achterrem en aanslag 10-15 mm. Achtervering plundervering. Gloeilampen Osram Neglin Splendor duplolamp 5 V 15/15 M — 7915 11112 87 achterlicht 6 V 2 W - 3895 11721 8881 tellerklok 6 V 1.2 W -— 3799 11702 8602 !—'—‘*fi BEDRADINGSSCHEMA I | Acmemcm - J Dim Schakelaar 6V. 2w ._ __ _. Ko lam 6V1 , 9 15/915“, Erum Bruin Draadbundel (< Zwarl Bruin Bruin Gael Green Gee! Kulomelmzller Zwart Bruin Green Vlieqwiel magneel Bowie Schakzlnr 4 / HONDA 1. 2. 1 . 2. 1. 2. Benzinekraan Beenschild. Uitlaat. Knaldemper. Koppelingskabel . Acht erremmechanisme . / RIJW. GED. / WERKPL. INSTR. 1. Veer van sluitschakel. 2. Tegenhouder Voor ketting. 1. Linkercarterdeksel. . Motorbevestigingsbouten. Standaard en veer . . Carburateur. . Platte sleutel. tn)» a HONDA / RIJW‘ GED. / WERKPL. lNSTK/ 5 MOTOR UIT HET FRAME NEMEN — benzinekraan sluiten — afb. 1 - beenschild afnemen - afb. I — bevestigingsbouten van de uitlaat (10 mm) en de knaldemper (1h mm) verwfideren _ koppelingskabel (io-Ih mm) losmaken bu de hefboom op het carter _ afb. 3 - kabel van achterrem losmaken bij het mechanisme, dat zich op de trapas bevindt - afb. 3 - linkercarterdeksel afnemen - sluitschakel Van achterketting losmaken en ketting verw'uderen - afb. ‘0 - het linkercarterdeksel beschermt de ontstekingsinstallatie tegen stof en water - afb. ha - de bevestigingsmoeren (10 mm) Van de carburaceur op de cylinder losdraaien - afb. 5 — de veer van de standaard, alsmede de bevestigingsbouten (1: mm) van de motor verwuderen - de motor uit he: frame nemcn an op teen kistje of blok laten rusten - afb. 5 en 6 - de electrische kabels losmaken — afb. 6 - circlips Vex-wijderen en de bedienlngskabels van het schakelsegment nemen - afb. 7 1. Aansluitingen voor de kabels 1. Circlips. 2. Baugiekap. 6 / HONDA / RIJW. GED. / WERKPL. INSTR. Motor in het. frame zetten — dit geschiedt in omgekeerde volgorde - bij het sluiten van de ketting zorgen, dat het veertje met de dichte kant in de rfirichting komt - afb. B. 1. Borgveer van de sluitschakel. 2. Sluitschakel. WERKZAAMHEDEN AAN HET RIJWIELGEDEELTE Bedieningsorganen Stuur. Koppelingshandle. Voorremhandle. Bevestigingsbeugel van stuur. Versnellingshandle. Stuurhouder. Dimschakelaar. Gashandle. mxzmu‘bulv— Versnellingskabel demonteren . Montagebeugel . Kabelhouder . Kabelhouder. Schakelgrendel. Versnellingskabels. m rL>N — Schakelhandle demonteren n 1. Eindplug van het stuur. links voor het schakelhandle. . Kabelhouder. . Schakelhandle. . Verzonken kruiskopbout. . Kruiskopschtoevedraaier. . Kabelhuis fa HONDA / RIJW. GED. / WERKPL. INSTR. / 7 Versnellingskabel afstellen 1. Contramoeren. 2. Kabelspanners. Koppelingskabel dementeren 1. chpelingskabcl. 2. Stelmoer. 3. Koppelingshefboom. Koppel ingskabel afstellen 1. Kabelspanner. 2. Stelmoer van kabelspanner. Voorremkabel dementeren 1. Voorremhandle. 2. Voorremkabel. 3 . Kabelnippel . B / HONDA / RIJW. GED. / VVERKPL. INSTR. Voorrem afstellen 1. Stelmoer van de voorrem. Vrije slag van voorremhandle 1. = 10-20 mm Gaskabel dementeren . Gashandle. . Sluitplug Van stuur rechts . Gaskabel . . Verzonken kruiskopbout. . Kabelhouder. . Schuif van gashandle . HONDA / RUW. GED. / WERKPL. INSTR. / 9 Koplamphuis afnemen Kabels Van hoofdschakelaar. Bouten. Koplamphuis. Vcrzonken krulskopbout. Emblccm MOXDA. Kilometerteiler uitnemen 1. Koplamphuis. 2, Kilometerteller. 3. Bevestigingsveer van de tellerklok. Kilometertellerkabel inletten 1. Kilometertellerkabel . 10 / HONDA / RIJW. GED. / WERKPL. INSTR. Voorvork 1. Kilometertellerklok. 8. Balhoofdkogels. 2 . Bevestigingsveer van klok. 9. Bovenste balhoofdring. J. Koplamphuis. 10. Bevestigingsmoer balhoofd. h. Embleem HONDA ll. Stuurhouder. 5. Tellerverlichting. 12. Iloofdschakelaar. 6. Hovenste balhoofdring. 1'}. Voorspatbord. 7. Stelmoer van balhoofdring. 1%. Schommelarmen. HONDA Stuurhouder verwijderen 1. Bouten. 2. Stuurhouder. 3 . Sierstop. h. Borgring bevestigingsmoet. 5. Bevestigingsmoer balhoofd. Balhoofd dementeren 1. Hamer. 2. Houten drevel. Balhoofd monteren 1. Hamer. 2. Lagerdrfiver. / RIJW. GED. / WERKPL‘ INSTR. / 11 12 / HONDA / RIJW. GED. / WERKPL. INSTR. Voorspatbord a'nemen I. Voorspatbord. 2. Bouten. 3. Schommelarmbouten. Voorwielvering demonteren 1. Moeren. 2. Schommelarmmoeren. 3. Schommelarmbouten. . Bouten. 5. Stootrubbers. Onderdelen van voorschokbrekers Underste gaffel. Geleidestang. Rubberstop. Vet. Spiraalveer. Stootrubber. Schokdemperhuis. Spiraalveerhouder. Schokdempercylinder. 10. Demperstanggeleider. 11. Sluitstuk. 12. Montagemoer van schokdemper. \lmvxruruu m m ._.__.«fa E—_——-q_ Voorwielschokbreker ; ”I'd A n I. Vorkstuk met stans. 4 5 2. Klemveer. “u."9 3. Spiraalveerhouder. .u W 1‘. Stootrubber. ‘ ‘ 5. Schokdemperhuis. ‘ ’ 6. Spiraal. 7 . Rubb erst op . K—_\-\-\-\-\-\-l-|-l-|-|--‘-_‘- o w m-q oxm c~u N — HONDA Splitpen. Telleraandrflving. Kroonmoer. Pakking. Kogellager. Tellerkabel. Veren van remschoenen. Remsleutel. Remschoenen. Remhefboom. / ayw Voorwiel 11. 12. 13. 1h. 15. 16. 17. 1B. 19. 20. . GED‘ / WERKPL. |NSTR./ 13 Stelmoer. Remankerplaat. Steekas. Afstandsbus. Naafhuls. Kogellager. Pakking. Velg. Buitenband. Binnenband. 14 / HONDA / RIJW. GED. / WERKPL. INSTR. Voorwielophanging . Schokbreker. . Schommelarm. . Stofkappen. . Silent bloc . . Stofringen. . Bevest igingsbout s chokbreker . Voorwiel uitnemen 1. Steekas. P, Remhefboom. 3. Telleraandrfiving. Kogellager verwijderen 1. Hamer. 2. Lagerdruver. Remschoenen uitnemen I. Ankerpen. 2. Remschoenen. 3. Sleutel. Kogellager inxetten 1. Hamer. 2. Lagerdrfiver. Stand van het ventiel 1. Vent iel. Smeerpunten 1. \‘etspuit . 2. Vetnippel. 3. Vetnippel. Benzinetank en beenschild 1. Benzinetank. 24 Benzinekraan. 3, Beenschild. HONDA / RIJW. GED. / WERKPL. INSTR./ 15 7 16 / HONDA / RIJW. GED. / WERKPL. INSTR. Beenschild afnemen 1. Bout . 2. Benzinekraan. 3. Beenschild. 4. Bouten. Builenoanzicht van de luchf- fillet I. Filterdoos 2. Dekse‘lbeutjes Onderdelen van de lucMMter — Carburetor an mare‘hngsinrichting. w. Stationaite regelschroef 1. Luchtregelschroef Sierschilden afnemen 1. Bout. 2. Tank. 3. HONDA-embleem. Ls. Sierschild» 5. Vcrzonken kruiskopbout. Benzinekraan verwijderen 1 . Benzinetank. 2 Kraansleutel. 3 . Kraan . 1;. Verbindingsstuk. 5. Filter. 6 . Le id ing . HONDA / Ruw. GED. / WERKPL. INSTR./ 17 13 / HONDA / RIJW. GED. / WERKPL. INSTR. Constructie van het udel 1. Buddy-seat. 2. Scharnier. 3. Grendel. Scharnier en grendel van de buddy-seat demonteren 1. Bouten. 2. Grendel. 3. Scharnier. Achtervork en kettingkast Scharnierbout. Achtervork. Schokbreker. Kettingkast. PUNH Achtervork demonteren 1. Achtervork. 2. Scharnierbcut. III III III III III III III III III III III III II. III III III III III III III I» Sluitschakel van de aandrijiketting' monteren Kettingspanner stellen 1. Merktekens. 2. Kettingspanner. Speling van de ketting 1. HONDA 10-20 mm. / RIJW‘ GED. / WERKPL. INSTR. / 19 Doorsnede van de knalden:|;er 1. 2, J. h. 5. ninnenpfip. Rechterhelft van knaldempex‘. Schot. Luchtbout. Tussenschot. Linkerhelft van knaldempcr Bevestigingspunt. Schot . Tussenschot. . Tussenschot. 20 / HONDA / RIJW. GED. / WERKPL INSTR. I. 2. 1. 2. 3. Knaldemper demonteren Bevestigingsbnuten. Knaldemper. Pedalen afnemen Spie. Hoer. Crank met pcdaal. Remhelbcom losmaken Ecmhefboom. Splitpen. Achterremkabel. Kettingtandwiel van het achterwiel demonteren Kettingtandwiel. Bargplaat. Bevcstigingsbouten. ling. Pakking. TUSsenbus. Onderdelen van het achterwiel N a 0‘0 m-q oxu t-m m — Kettingspanner. Tussenstuk. Kettingtandwiel. Borgplaten. Einnenband. Buitenband. Velg. Kogellager. Pakking. Aandrfifnaaf. Bevestigingsbout van kettingtandwiel. Stootrubbers. HONDA / Ruw. GED. / WERKPL. INSTR. . Dichtring. Veren van remschoenen. . Remschoenen. . Remsleutel. . Steekas. . Naaf. Tussenbus. Pakking. . Kogellager. Ankerplaat. . Kettingspanner. Remhefboom. . Stelmoer van achterrem. /21 22/ HONDA / RIJW. GED. / WERKPL. INSTR. Kogellagers uitnemen 1. Stootrubbers. Borgplaten up kettingtandwiel monteren 1. Kettingtandwiel. 2. Borgplaten. 1 Onderdelen van achterschokbreker . Bovenste sierbus. . Spiraalveer. . Oxiderste sierbus. . Bovenste bevestigingsgafi‘cl. . Stootrubber. . Hoar. . Onderste bevestigingsgaffel. \onmtuN-t 2. Spiraalveer. Sierbus. 3 . Geleidestang. 9. Aanslagrubber. h. Stanggeleider. 10. Vet. 5. Underste sierbus. 11. Onderste bevestigingsgaffel. /, ® Doorsnede van achterschokbreker 1. Dopmoer van het achterveer- 6. Eovenste bevestigingsgaffi‘el. element. 7. Stootrubber. 8. i HONDA / RIJW. GED. / WERKPL. INSTR. / 23 Vrije slag van de achkerrem 1. Remhefboom. 2. 10-15 mm vrue slag. Standaard en pedalen 1. Standaard. 2. Fedalen. Standaard demonteren V. Opklapveer. 2. Splitpen. 3. As van standaard. H. Standaard. -..-----------k 24 / HONDA / RIJW. GED. / WERKPL‘ INSTR. AFSTELLEN VAN DE VOORREM I, chgoun Pf de vrije speling (¢ veilig- 2. Om de voorrem of (e stellen draoit men heldsspelxng )) 10-20 mm bedroogt de stelmoer (c) in de vereiste richting om de vtiie speling ve vermindelen . . —> aandmoiew om de wiie scaling u vevgroten —> lasamaim. Vn'e so In "whghadssp'flmgf' 9 Slelmozv (:1 van a: voarrem. u 7 swarm", AFSTELLEN VAN DE ACHTERREM I Om de achterrem of re stellen druoil 2. Wilde achterrem goed kunnen werken, men de stelmoer (a) in de vereiste rich- don moet de vrije speling l0»15 mm ting bedrugen om re grate speling van 4: "upper I: verminderen V -> aundruunen om de speling van de flapper u vergvolen , » loxdraancn Vrije speling tussen remhefboom en aanslag. Slelmoer (a) van de achienem. ATTENTIE: Goed wevkmde remrnen lijn van he! cllergloolsle belanql doorom dient men MI he! weglliden Ielkzns nu le gaun 06 1: Der'ekv walken fl